School
Alle kinderen willen wel eens niet naar school, hebben geen zin of zien bijvoorbeeld op tegen een proefwerk. Maar wanneer dit vaak voorkomt of leidt tot helemaal niet meer naar school gaan, is er een probleem. Er kan sprake zijn van schoolweigering.
Wat wij weten
Schoolweigering begint meestal sluipend met vage lichamelijke klachten, zoals hoofdpijn, buikpijn en misselijkheid, wanneer het tijd is om naar school te gaan. Mag het kind thuisblijven, dan verdwijnen de klachten al snel. De maandag, een proefwerkdag of na een vakantie zijn de momenten waarop de klachten voorkomen en het kind weigert naar school te gaan. Ook ingrijpende gebeurtenissen zoals een overlijden, een scheiding of een verhuizing kan schoolweigering tot gevolg hebben.
De reden dat kinderen weigeren naar school te gaan is veelal een combinatie van het vermijden van lastige situaties op school en het thuis prettig vinden, waar er aandacht is van de ouders en leuke activiteiten te doen zijn. De spanning en angst voor de situaties op school verdwijnt als het kind thuis mag blijven. De aandacht en leuke activiteiten thuis zorgen ervoor dat het thuisblijven prettiger is dan naar school gaan.
Hoe langer een kind niet naar school gaat, hoe ernstiger de gevolgen. Een paar dagen missen van school is geen ramp. De achterstand kan snel worden ingehaald en het contact met klasgenootjes is nog niet verbroken. Duurt het verzuim langer, dan wordt het weer instromen in het onderwijsleerproces moeilijker en ook het contact met klasgenoten vermindert. Langdurige schoolweigering kan leiden tot sociaal isolement, gebrek aan zelfvertrouwen, een onderwijsachterstand en soms zelfs tot een depressie en schooluitval.
Voor aan angst gerelateerde schoolweigering is cognitieve gedragstherapie de meest onderzochte behandeling met goede resultaten (www.kenniscentrum-kjp.nl).
Wat wij bieden
Allereerst is het belangrijk om zicht te krijgen op de achterliggende reden van de schoolweigering. Is er sprake van (faal-)angst, is het schoolniveau te hoog, waardoor het kind op zijn/haar tenen moet lopen, wordt het kind gepest of zijn er factoren in de thuissituatie die maken dat het kind liever thuis blijft? Ook is het zinvol om te onderzoeken wat eventuele instandhoudende factoren kunnen zijn.
Als duidelijk is wat de oorzaak is en wat eventuele instandhoudende factoren zijn, wordt gestart met Cognitieve Gedragstherapie (CGT), waarmee het kind enerzijds leert zijn/haar niet-helpende gedachten uit te dagen en andere, helpende gedachten aan te leren en anderzijds middels een stappenplan school weer langzaam leert op te pakken. Het is belangrijk dat ouders en school daar actief bij worden betrokken. Soms is het nodig om ouderbegeleidende gesprekken te hebben, waarin ouders leren hoe ze hun kind het beste kunnen steunen en activeren.